40 g boter
40 g bloem
400 ml kippenbouillon
1 takje tijm
75 g gerookt spek (in blokjes)
2 sjalotjes
1 teentje knoflook
500 g oesterzwammen
1 scheutje olijfolie
zout
versgemalen peper
1 bosje kervel
4 harde bolletjes

Smelt de boter in een pan en voeg de bloem toe. Roer dit door elkaar en laat de roux op laag vuur garen zonder te kleuren.
Roer er beetje bij beetje de bouillon door zodat er geen klontjes ontstaan. Voeg de tijm toe.
Laat de ragout aan de kook komen, zet het vuur laag en laat het, onder af en toe roeren, circa 15 minuten garen.
Bak in een koekenpan het spek krokant en laat ze uitlekken op keukenpapier.
Pel en snipper de sjalotten. Pel en snijd de knoflook fijn. Scheur de oesterzwammen in repen.
Snijd de oesterzwammen in reepjes. Verwarm de olie in de pan. Bak de paddestoelen in 3 minuten goudbruin.
Voeg de knoflook en sjalot toe, bak 1 minuut mee en breng op smaak met zout en peper.
Snijd de kervel fijn. Roer het spek, de paddestoelen en kervel door de ragout.
Breng de ragout aan de kook en breng op smaak met versgemalen peper.
Snijd het kapje van de broodjes en hol de broodjes uit. Schep de ragout erin en garneer met een takje kervel.